Geen categorie

Liefde is loempia

Tiken Jah Fakoly – One Step Forward ft. Max Romeo

“Ik ga niet naar school vandaag.” “Waar ga je heen? Berlijn, Thailand?” “Nee mam, dat is toch veel te ver voor mij, daar ben ik veel te klein voor. We kunnen naar het strand, ik heb een tramkaart bij me.” Ik trek aan de lus van haar rugzakje en open het voorvakje van de olifant. Een tramkaart en een liga. “Nee hoor, je gaat naar school.” “Waarom moet ik naar school?” “Omdat je dingen moet leren.” Zelf weet ik ook wel dat dit echt een stom antwoord is. ”Waarom moet ik dingen leren?” Ik zie een poster van de Pasar Malam, Tong Tong voor de jongeren onder ons. Deze is vandaag begonnen. “Je moet naar school anders moet je later loempia’s verkopen in een winkelcentrum in Angelslo, dan word je 16 en gaat alles mis. Wel leuk. Leuk en faliekant mis.”

In de kantoortuin woedt een discussie over inkrimpen, iets in de trant van alles op één vloer. Omdat ik ook interessant wil lullen roep ik: “Als ze me eruit gooien dan zet ik hier een loempia caravan voor de deur en ga ik tijdens de lunch vet veel loempia’s verkopen.” Kantoortuin gelach klinkt. Ze lachen maar meer dan de helft weet niet eens dat ik geen grap maak. Sterker nog, niemand weet dat ik echt loempia’s verkocht.” Dat begon eens in een winkelcentrum in Angelslo, zoek dat eens op. Als je dat gedaan hebt dan begrijp je dat ze daar 25 jaar geleden nog niet zo veel loempia’s hadden. Het begon in het winkelcentrum met houten planken, schaagjes, frituurtje, doosje loempia’s en een bakje saus. De houten plank werd al snel bedekt met een plastic kleedje van de Blokker, te koop bij de meter. Eén doos werden er twee, de saus was al snel niet aan te slepen. Dus gooide ik er standaard beetje water bij. Niet veel later stonden er twee frituur units. Zelf gedraaide loempia’s werden aangevuld met een groothandel doos. Tegen de muur stond een zelfgeschreven menu bord waarbij onderscheid werd gemaakt tussen zelfgemaakte loempia’s en gewone loempia’s. Nog later werd een extra tafel aangeschoven met drie plastic stoelen en een filterkoffie apparaat. Het liep volledig uit hand en onderaan het bord werd nasi/bami gekrabbeld. Ik word de grootste loempia exploitant in Nederland. Toen werd ik 16.

Nu, 25 jaar later zit ik in winkelcentrum Leyenburg op een terras met Belinda rokende dames bij een koffietent gerund door de plaatselijke Chinese loempia maffia. Ik bestel een cappuccino. Het is lekker Nederlands gezellig. Ik voel me alleen even niet Nederlands gezellig. Ik voel een knoop in mijn maag. Hoe ga ik aan Lilo uitleggen hoe het allemaal zit? Ik moet nadenken over antwoorden. Waarom ga je werken? Als ik later groot ben heb ik dan ook altijd haast? Mag ik dan ook een panty aan? Waarom moet ik naar school? Waarom gaan we niet naar het strand? Als je volwassen bent mag je toch doen wat je wil?

In de regen fiets ik met Lilo achterop naar huis. Aan mijn stuur bungelt een wit plastic zakje waar de regendruppels kapot spatten op de taugé. “Schoenen uit!” “Waarom? Mag ik op de Ipad? Is het nu weekend? Wat eten we?“ “Omdat je natte schoenen hebt, nee en nee geen weekend.” “Vandaag ga ik je leren loempia’s maken.“ “Waarom?“

Lieve Lilo, als er ooit een moment komt in je leven dat je het even niet meer weet of als je 16 wordt, denk dat het dan goed is dat je loempia’s gaat maken. Omdat je van loempia’s maken blij wordt, omdat liefde loempiaatje maken is, en als je nog een eurootje wil verdienen weet ik nog wel een plekje op de Zuidas waar je ze kan verkopen.

Eén loempiaatje Zuidas mevrouw? Met saus?