The Persuaders – Thin Line between Love & Hate – Video (High Quality)
“Met Karima.”
“Hoi met mij. We gaan naar Amsterdam, of eigenlijk ik ben er al, kom.”
“Wat, nu?”
“Ja nu!”
“Jij bent echt gek.”
“Kom nou maar gewoon!”
“Peeeeppp”, herrie van een blauwe Opel Corsa, dat moet Karima zijn want dit soort auto’s rijden normaliter niet voor bij het gebouw waar ik werk. “Van der Spek, ik denk dat het voor jou is.” “Bloody Hell Karima! Ik werk hier hoor, ff dimme.“ “Niks mee te maken, ik ben helemaal uit Den Haag komen rijden. Wat is er aan de hand?” “Als ik van Amsterdam kan houden, kan iedereen in de wereld elkaar dan een beetje lief gaan vinden? We gaan naar het Rijks.” “Wat zeg je Irina?” Ik kijk haar alleen maar stil aan. Dat hardop te horen klonk heel anders dan in mijn hoofd. “Nou stap in en ondertussen dat jij je verstand zoekt heb ik wat dingen te doen nu we hier nu toch zijn.” De wind maakt lawaai, Karima heeft aan mijn kant het raam opengedraaid. “Kan je uitwaaien”, zegt ze boos. Ik vind het koud. Ze vindt het een rare bevlieging en ergert zich groen en geel. Ik open al schuddend Google Maps. “Tik jij eens in, Schilderwijk.“ “Je bedoelt Osdorp?” “Ja, Ja, Schilderwijk.” Kris kras door Amsterdam dan draait Karima haar eigen raam open en tettert wat. “Weet jij wat ie zegt?” vraagt ze later aan mij, maar ik versta geen Amsterdams. Ik leun over haar heen zo dicht mogelijk bij het raam en schreeuw naar de jongen. “Geeft niks dat je Amsterdams lult, liefde heeft geen taal nodig.” Hij steekt zijn middelvinger op en achter ons wordt geclaxonneerd. “Hou je nou op met je liefde!” schreeuwt Karima. Ze parkeert. “Ik ga even naar Kaddour vlees halen.” “Waar ga je dat laten Karima?” Ze opent de kofferbak waar twee koelboxen in staan. Typisch weer hoor. Terwijl Karima bij Kaddour vlees haalt sla ik een extra pakje sigaretten in.
“Kijk Irina Hobbemastraat, ik zeg je ‘t is hier de Schilderwijk.” “Volgens mij zijn we nog in Osdorp hoor.” In t echt heb ik geen idee waar we zijn. “Karima waar ga je heen?” “Bogaard.” Plots schiet ik bijna door de voorruit, Google Maps glijdt van mijn schoot. “Kijk de molen van Wateringen!” “Nou volgens mij is dit het Westland.” Ik Google Maps weer aanzetten. Maar geen bereik in Amsterdam, begrijp je? ”Zo we zijn er, Boogaard.” Ik lees op een bord Gelderlanplein. Wijsneuserig meld ik dit bij Karima. “Zeg kan jij ff ophouden. Of zit je nog steeds in die gedoe met je ik word verliefd op Amsterdam?” “Ja Karima als jij zo gaat doen word ik nooit verliefd.” We gaan eten bij Ruby’s. En dat is echt de naam van dit restaurant.
Wilt u nog koffie of thee?” Nee antwoordt Karima, tenzij u Haags water heeft.. nee dacht ik al rekening graag. Ik besluit te pinnen en loop naar de bar. “Sorry voor mijn vriendin hoor.” “Geeft niks, ver van huis wel mevrouw.” “Ja best ver.” “Op naar t Museon.” “RIJKSMUSEUM KARIMAA!” “Ja Ja straks ga jij nog zeggen dat Amsterdam de hoofdstad is.” Zegt Karima duidelijk geïrriteerd. “Zeg Karima, is dat je benzine peil?” “Ooo maak je niet druk als t lampje rood is ik kan ik nog naar Leiden en terug.” “We zijn in Amsterdam he Karima.” “Niet zeuren Van Der Spek.”
‘Elegant’ lopen we het Rijks binnen. Het is donker, guur en koud, met onze VIP Kaarten worden we zingend ontvangen door een trio. Die verdomd als het niet waar is een paar van m’n favorieten speelt. Ik begin me al aardig thuis te voelen. Na een half uur begin ik wel ongeduldig te worden. Bij een kartonnen figuur waar je een foto kan maken roept Karima: “Kijk das Aleid van Poelgeest.” Vandaag doe ik niet mee met de ongein. Zij is mijn humorloze avond zat, soms heb ik dat en dan ben ik niet echt prettig gezelschap. Zelden is onze vriendschap zo op de proef gesteld. “Mogen we er al in?” vraag ik aan een pakje. Hij kijkt om zich heen, nou kom maar. En voor we het weten staan wij met z’n tweeën en een bewaker in de Eregalerij voor De Nachtwacht, de rest tussen Maerten Oompjen en mij is geschiedenis.