Ze zeggen dat voetbal een mannending is. Ik twijfel daar aan. Als ik mijn eigen ervaringen op een rij zet is het volgens mij echt een vrouwending. Vrouwen die hun zonen opjutten en aanzetten tot hooliganisme.
Lieve Ruby Ruubster,
Heel veel dank voor je brief, ik voel mij erg gesteund. Al heb ik toch diep van binnen het gevoel dat je me niet begrijpt, hoe het echt voelt als je man voetbal kijkt. Iets in de trant van, als je er niet bij bent geweest… Maar dat ik bij jou terecht kan doet mij erg goed. En de volgende keer als er op Facebook plaatjes voorbij komen van strak getrainde mannen in te kleine voetbalbroekjes met eronder, hartje hartje, mijn schatje en al van dat gelebber van trotse vriendinnen, dan raus ik er voortaan gewoon ook teksten onder. Hallo, ja, ik hier, mijn man zit ook heeeeelemaal in de voetbal! Dat mijn man niet op het veld staat, afgetraind is en bakken met geld verdiend maar uit z’n labaratorium in z’n Citroen naar huis tuft’s en avonds uitgezakt op de bank voetbal kijkt met in zijn ene hand een blik bier en zijn andere hand .. nou ja dat vertel ik er niet bij. Gewoon. Mijn man zit ook in de voetbal. Het is tenslotte voor een mens belangrijk ergens bij te horen.
Dat voetbal Ruby, komt bij nader inzien toch niet uit de lucht vallen. Mijn schoonmoeder gaat ook naar de voetbal, samen met andere van Groningers en een Van Pelt. Het is geloof ik een soort gezinsuitje. Laats kreeg ik een foto doorgestuurd. Gezicht van m’n schoonmoeder verfromfraaid, bril aan diggelen een flinke jaap in de kop. Ik dacht dat ze wat rimpels had laten liften. Maar nee hoor wedstrijdje Feyenoord – ADO.
Ik ben ook opgeroeid met voetbal. Hoe zit dat bij jou eigenlijk? Keken jullie tussen de wierook door ook voetbal? Bij mij is het niet mijn vader maar mijn moeder. Ik zie haar nog zo zitten, op een klein rieten stoeltje, die ik trouwens nog steeds heb. De Thaise Hooligan van Nederland. Het was geloof ik erg emotioneel voor haar. Andrei voetbalde echt, bij DZOH. En best goed was hij. Mijn moeder ging dikwijls mee, vanaf de kant schalde over het veld, Schop Die Zwarte! Toen kon dat nog allemaal. En dan de harde kern van Emmen. Wij zijn boeren, super boeren. Met je grote broer mee naar de voetbal is natuurlijk reuze. Wij hebben een tijd in Emmen moeten wonen, dat is een ander trauma, vertel ik je nog wel eens. De spanning. Van te voren bij elkaar komen, in een jongensslaapkamer op een zolder, een eenpersoonbed met een blauw dekbedhoes, aan de muur een verkleurde poster uit de PlayBoy stond ik daar als klein meisje in een hoekje te kijken en te luisteren. Veel kon ik niet verstaan. Voor het grootste gedeelte bestond de groep uit Joegoslaven. Iedereen had een opdracht, alleen ik niet. Op de SITA naar het Stadion. En dan in dat stadion, er werd dikwijls gezongen. Magisch hoor! Achternagezeten door een mafkees met een dik kettingslot is veel minder magisch. Zoals mijn vader zegt. Wij hebben je leren lopen en de politie heeft je leren rennen. Gaat trouwens in mijn geval niet helemaal op. Emmen heeft mij leren rennen, Emmen heeft mij leren rennen.
Dat ik nu een man heb die voetbal kijkt, daarvoor moet ik mijn hand in eigen boezem steken. Jij kent Jim als de rustige jongen, makkelijk in de omgang. Komt trouwens vooral omdat hij de helft van wat je zegt gewoon niet hoort. Hartstikke doof aan een kant. Er was geloof ik een wereldkampioenschap. Niks aan de hand. Wij ernaartoe, de jongens in lelijke oranje shirt. En toen verloor Nederland. Mijn rustige Jim, die overdag in het lab staat met reageerbuisjes in de weer, daarna in zijn oude Citroen naar huis tuft en daarna op de bank, gewoon, biertje, voetbal… Dat al veranderde in een bom, knalerwt is er niks bij. Zijn hoofd was zo rood, had ik nog niet eerder gezien. Fiets vloog door de lucht en pissig fietste hij naar huis. Scheldend en slaand met keukendeurkastjes dingen ging hij thuis de herhaling zitten kijken. Dat was het moment dat ik het had kunnen weten…
Ik heb dit allemaal verdrongen en diep weggestopt, Maar nu ik heb geaccepteerd dat Jim voetbal kijkt komen al deze trauma’s terug. Langzaam maar ze komen zeker terug.
Ik herinner me opeens dat ik eens als host heb gewerkt bij Feyenoord. Wie dat heeft verzonnen is een oliebol hoor. Klinkt wel stoer, dat dan weer wel. Dat ik daarbij achter de ME stond met een oog op de uitgang en dacht, als er iets gebeurd scheur ik dat hesje van mijn lijf en ben ik weg dat vertel ik aan niemand. Eigenlijk waren er vooral zwangere vrouwen en kinderen. Bij de voetbal wordt daar rekening mee gehouden. In oorlog overigens niet!
Ik denk dus dat voetbal echt een vrouwending is, misschien moet ik op 3 maart toch naar die Haagse VrouwenMeetup, misschien hebben ze het er wel over? Hoe zat dat bij jou thuis eigenlijk? En ken jij andere voetbalvrouwen? Het is altijd fijn om met jou over trauma’s te praten. En gelukkig hebben we nog wat gespreksstof te gaan.
Liefs je Buuf.